Zaterdag 30 september 2000. Weer twee gouden plakken, maar eerst vreselijk ander nieuws.
De 12-jarige Mohammed Jamal al-Dura stierf in de buurt van de joodse nederzetting Netzarim in de Gazastrook bij een botsing tussen Israëlische militairen en Palestijnse betogers. Hij klampte zich achter een stenen muurtje aan zijn vader vast, die vergeefs probeerde hem te beschermen tegen de kogels, zo goed als zeker Israëlische. “In godsnaam papa, bescherm me”, riep Mohammed. Een afschuwelijk tafereel; de jongen kwam om door de kogelregen, zijn vader raakte zwaargewond maar overleefde. Een ambulancebroer schoot te hulp, maar werd ook neergeschoten. Hier alles erover, inclusief de wereldberoemde afbeeldingen. Franse televisiecamera’s registreerden de scene, die Israël internationaal in de beklaagdenbank plaatste en het Israëlisch-Palestijnse debat nieuw leven inblies wie de verantwoordelijkheid draagt wanneer Palestijnse kinderen het slachtoffer worden van het geweld.
Nederland behaalde op de Olympische Spelen met overwinningen van amazone Anky van Grunsven en wielrenster Leontien van Moorsel opnieuw twee gouden medailles. En alsof dat nog niet genoeg was, wonnen de hockeyers ook nog de finale in Sydney. Het waren ongekend succesvolle Spelen en de koek was nog niet op…
Van Moorsel voltooide haar gouden trilogie op de Spelen door met overmacht de individuele tijdrit te winnen. Het betrof wederom een verbluffende demonstratie van macht en techniek. Eerder behaalde ze gouden medailles op de achtervolging en de wegwedstrijd alsmede zilver in de puntenkoers. De 31,2 kilometer lange tijdrit legde Van Moorsel af in 42 minuten. Daarmee had ze een voorsprong van 37 seconden op de Amerikaanse Mari Holden, die zilver won. Het brons ging naar de 41-jarige Française Jeannie Longo. Mirjam Melchers finishte met 44.12 als elfde.
Op Horsley Park nabij Sydney losten Anky van Grunsven en haar trouwe metgezel Gestion Bonfire de beloften in. Dankzij een voortreffelijke vrije kür op muziek, goed voor een zeldzame score van 86,05, mocht de amazone uit Erp zich de komende vier jaar olympisch kampioene in de dressuur noemen. Aartsrivale Isabell Werth eindigde als tweede, Ulla Salzgeber als derde. Overmand door emoties was Van Grunsven na de prijsuitreiking, nadat ze met Bonfire een ereronde had gemaakt voor 20.000 toeschouwers. Het was het hoogtepunt uit haar carrière, nadat Van Grunsven zich in 1996 in Atlanta achter Werth nog tevreden had moeten stellen met de zilveren medaille.
De hockeyploeg van bondscoach Hendriks tartte in Sydney het noodlot, was bijna uitgeschakeld, maar won uiteindelijk wel de gouden medaille. Net als in 1996. De finale tegen Zuid-Korera kende een stormachtig slotoffensief. Bij een 3-1 voorsprong voor Nederland eindigde de wedstrijd met vijf doldwaze slotminuten, waarin de Koreanen een verlenging afdwongen. Die leverde niets op. In de daaropvolgende strafballenserie moesten de Aziaten alsnog het hoofd buigen.
Viacheslav Ekimov veroverde op 34-jarige leeftijd de olympische titel op de individuele tijdrit. De Russische wielrenner versloeg over 46,8 kilometer de Duitser Jan Ullrich en de Amerikaan Lance Armstrong, die beiden favoriet waren. De Nederlanders Koos Moerenhout (26ste) en Erik Dekker (29ste) speelden geen rol van betekenis. De Cubaanse bokser Felix Savon evenaarde de prestatie van zijn landgenoot Teofilo Stevenson door voor de derde keer op rij olympisch kampioen (in de klasse tot 91 kilo) te worden. Zeiler Roy Heiner slaagde er niet in een bronzen medaille te veroveren in de Soling-klasse.
De Amerikaanse atlete Marion Jones miste nóg een gouden medaille. Na het verspringen van een dag eerder ging het een dag later ook fout op de 4×100 meter, hoewel ze daar zelf geen schuld aan had. Als slotloopster van de Amerikaanse ploeg kreeg ze het stokje veel te laat in haar handen gestopt om nog naar de eerste plaats te kunnen sprinten. Jones bleef in Sydney uiteindelijk steken op drie keer goud en twee keer brons. Daarmee bereikte ze toch een mijlpaal, omdat geen atlete eerder op één Olympische Spelen vijf medailles behaalde.
Over tweeënhalve week gingen in Sydney de Paralympics beginnen, de Olympische Spelen voor gehandicapten. De blinde atlete Marla Runyan deed echter al aan de gewone Spelen mee. Ze werd achtste op de 1.500 meter. Een opmerkelijke prestatie! Met een zicht van ongeveer tien procent in beide ogen was Runyan medisch gezien blind. Het was in de geschiedenis voor de eerste keer dat een gehandicapte sporter zich voor de gewone Olympische Spelen wist te kwalificeren.
Ander nieuws. De Directie Recherche (DR) van het Korps Landelijke Politie Diensten (KLPD) had achtduizend verschillende, recente kinderpornofoto’s van Nederlandse herkomst in haar bestand. Slechts van een klein deel was de identiteit van de kinderen bekend. Naar de herkomst van het overige beeldmateriaal werd geen systematisch onderzoek verricht. Het totale bestand van de DR omvatte 270.000 verschillende kinderpornofoto’s en -videobanden. Daar kwam nog regelmatig nieuw materiaal bij.
George W. Bush was weer ingelopen op Al Gore. Bush zou zelfs voor liggen in sommige peilingen, schreven de media. Ruim vijf weken voordat Amerika een nieuwe president ging kiezen, was er geen zinnige voorspelling te maken van de uitslag. De race ging echt heel geleidelijk op. Ondertussen werden de kanshebbers avond aan avond over de knie gelegd in talkshows. Vooral om Bush werd veel gelachen, hij maakte veel dankbare versprekingen. ABC’s Jay Leno: “Bush werd deze week gevraagd of hij dyslexie had. Weet je wat ie zei? Niks van waar, ik eet drie stevige maaltijden per dag.”
“Steken robots binnenkort de mens naar de kroon? Zijn de hersenen te koppelen aan elektronica en dus programmeerbaar? Onderzoekers tonen zich minder bevreesd dan futurologen.” Interessant artikel in NRC Handelsblad op deze zaterdag. Rond 2000 heerste er veel speculatie over een nabije toekomst vol zelfreplicerende robots, nanobots en direct programmeerbare hersenen.
Vijfentwintig jaar later bleek de werkelijkheid een stuk nuchterder. Robots zijn slimmer en bruikbaarder geworden in zorg, logistiek en industrie, maar nog mijlenver verwijderd van menselijke intelligentie of autonomie. Nanotechnologie levert vooral nieuwe materialen en medische toepassingen op, geen sciencefictionachtige assemblagemachines. Brain-computer interfaces bestaan inmiddels en bieden patiënten hoopvolle mogelijkheden, maar het idee van een volledig “downloadbaar” brein blijft voorlopig puur toekomstmuziek. De echte revolutie kwam intussen van kunstmatige intelligentie. Taalmodellen en beeldsystemen die creatief lijken te denken, en zo het debat over mens versus machine actueler maken dan ooit.