Vrijdag 17 november 2000.
De Amerikaanse president Bill Clinton bewees in de Vietnamese hoofdstad Hanoi eer aan alle doden van de Vietnamoorlog. Hij arriveerde een dag eerder; het was met recht een historisch bezoek. Het was voor het eerst sinds 1969 dat een Amerikaanse president voet zette op Vietnamese bodem. Toen bracht Richard Nixon een bliksembezoek aan het toenmalige Saigon (nu Ho Chi Minh Stad). Dat was het moment waarop de oorlog tussen Amerika en Vietnam op een hoogtepunt was en er ruim een half miljoen Amerikaanse soldaten in Vietnam waren gestationeerd. De ontvangst die Clinton in Vietnam ten deel viel, herinnerde op geen enkele manier aan het conflictrijke verleden dat Vietnam en Amerika delen. Duizenden uitzinnig scanderende Vietnamezen stonden langs de routes die de presidentiële stoet aflegde.
Voor Clinton markeert het historische bezoek aan Vietnam het einde van zijn politieke carrière, die ook met Vietnam begon. Clinton ontdook de dienstplicht in Vietnam en demonstreerde tegen de oorlog. In Hanoi sprak hij verzoenend over drie miljoen moedige Vietnamese soldaten en burgers die omkwamen tijdens de Vietnamoorlog en over de 58.000 Amerikaanse soldaten die ook sneuvelden. Nog steeds waren er in Vietnam zoekacties naar ongeveer 1.500 vermiste Amerikaanse militairen. Clinton bezocht de plek waar recent nog een verongelukte Amerikaanse piloot was teruggevonden. De rest van zijn programma was op vooruitkijken gericht, met veel aandacht voor verbetering van de handelsrelatie tussen beide landen. Ook wilde de president het gebrek aan mensenrechten aankaarten. Zou het nog tot excuses komen van Amerikaanse zijde?
Florida mocht deze vrijdag niet de definitieve uitslag vaststellen van de verkiezingen in die staat. Dat bepaalde het Supreme Court van Florida. Daarmee wist Amerika ook dit weekeinde niet wie de nieuwe president zou worden.
Twee Joegoslavische mannen (30 en 28 jaar) en een onbekende vrouw van waarschijnlijk Nederlandse afkomst werden doodgeschoten in het Japanse restaurant Kobe aan de Nieuwezijds Voorburgwal in Amsterdam. Het bleek later te gaan om de 27-jarige Bouwina Akkerman. De dader liep na de liquidatie rustig weg. Het was de derde liquidatie in Amsterdam in zeven weken tijd. Het Japanse restaurant lag recht tegenover een politiebureau.
De Palestijnse leider, Yasser Arafat, bevestigde deze ochtend dat hij een duidelijk bevel had gegeven om iedere Palestijn te verhinderen vanuit gebied onder volledige Palestijnse controle op Israëlische doelen te schieten. De bekendmaking door Arafat, die de afgelopen weken zelden publieke oproepen lanceerde om het geweld aan Palestijnse kant te verminderen, volgde op berichten in de Israëlische pers over Israëlische bereidheid om 2.000 ongewapende VN-waarnemers in bezet gebied te stationeren, wat tot dusverre onbespreekbaar was.
De commissie-Oosting ging pas in februari 2001 rapporteren over de vuurwerkramp in Enschede. Oorspronkelijk zou de onafhankelijke onderzoekscommissie haar werk eind 2000 afronden. Het strafrechtelijk onderzoek naar de ramp zou zich nog langer voortslepen. Onopgelost bleven de vragen hoe de eerste brand op het terrein had kunnen ontstaan en hoe die brand, toen de brandweer de zaak onder controle dacht te hebben, had kunnen overslaan naar de zeecontainers.
Voor de rechtbank in Leeuwarden eiste de vader van Marianne Vaatstra in een kort geding dat minister Korthals (Justitie) inzage gaf in het dossier over de moord op zijn dochter. Korthals weigerde openbaarmaking, omdat dit het lopende onderzoek kon doorkruisen en de privacy van tipgevers en ex-verdachten in het geding kon komen. Vaatstra vond dat het openbaar ministerie hem onvoldoende op de hoogte hield van het opsporingsonderzoek naar de moord op zijn dochter op 1 mei 1999 in Veenklooster.
De VN-bestuurder van Kosovo, Bernard Kouchner, kondigde aan binnen afzienbare tijd op te stappen. Secretaris-generaal Kofi Annan was inmiddels begonnen aan het zoeken naar een opvolger.
De privatisering van Luchthaven Schiphol zou in 2001 beginnen, besloot men in Den Haag. Het kabinet bereidde een beursgang voor waarbij dat jaar een deel van de aandelen zou worden uitgegeven. Daarna werden in fases de overige aandelen verkocht. Nu was de Rijksoverheid voor 75,8 procent aandeelhouder, de gemeente Amsterdam voor 21,8 procent en de gemeente Rotterdam voor 2,4 procent.
Om het sportklimaat een extra stimulans te geven stelde het kabinet eenmalig een bedrag van veertig miljoen gulden ter beschikking. Van de veertig miljoen gulden was tien miljoen bestemd voor de renovatie van het zwembad de Tongelreep in Eindhoven, het trainingsbad van PSV waar de meervoudige olympische kampioenen Pieter van den Hoogenband en Inge de Bruijn lid van waren. De Tongelreep zou zodanig worden gemoderniseerd zodat het zou voldoen aan de internationale eisen.
Marco van Basten trok zijn voetbalschoenen weer voorzichtig aan. De 36-jarige voetballegende had voor zijn plezier de training hervat bij de zaterdagamateurs van hoofdklasser Noordwijk. In de kustplaats speelde hij al een paar jaar golf op het hoogste clubniveau. Van Basten werd door hersteltrainer Geert-Jan Bakker van Noordwijk uitgenodigd mee te gaan trainen. Bakker was een golfmaatje van de drievoudig Europees voetballer van het jaar. Van Basten maakte op 17 augustus 1995 zijn afscheid als topvoetballer bekend. Hij moest stoppen wegens een chronische blessure aan zijn rechterenkel. Zijn laatste wedstrijd speelde hij op 26 mei 1993. Toen deed hij 85 minuten mee in de verloren Europa Cup-finale van AC Milan tegen Olympique Marseille.
Het is nog onduidelijk of Van Basten ook competitie gaat spelen bij Noordwijk. De secretaris van de club reageerde op ironische wijze: “Ach, wij hebben in Patrick van Dam een hele goede spits. Maar als stand-in zou Van Basten bij ons van harte welkom zijn.”
Basketballer Rik Smits keerde terug naar Nederland na een succesvolle carrière in de Verenigde Staten. Hij zou maar enkele weken in Noord-Brabant blijven. Smits woont nog steeds in de VS, waar hij zich hoofdzakelijk met zijn hobby bezighoudt, sleutelen aan oude crossmotorfietsen. Zijn enorme woning staat tegenwoordig in Arizona, hij woonde eerste bijna twee decennia in Indiana.
