Een rooms-katholieke internetsite opent een digitale biechtstoel, meldt Panorama in haar terugblik op 2000 bij de dag 20 januari 2000. Helemaal nieuw is het niet: al in 1996 was er een jonge Oostenrijkse jezuïet die besloot de biecht ook via de computer te gaan horen. En in 1995 ontwikkelde een Duitse computerfanaat het programma Online met Jezus, dat ook biechten per computer mogelijk maakte. Trouw: “Het programma is echter niet bij machte zonden te vergeven en kan dus een echte priester niet vervangen.”
Leuk, dit soort berichten in de eerste jaren van het internettijdperk – in de tijd waarin het woord internet nog met een hoofdletter werd geschreven in de kranten. Dingen die we nu heel vanzelfsprekend vinden en die het nieuws nauwelijks meer halen, stonden destijds op voorpagina’s en haalden de journaals. Want ook op deze dag in 2000 nieuws over de nieuwe website van het Amsterdamse Rijksmuseum. NRC Handelsblad: “Hij behoort meteen tot een van de beste musea-sites van de wereld. Dat is niet verwonderlijk omdat internetsites van grote musea als het Louvre in Parijs, het Metropolitan in New York en de Hermitage in Sint Petersburg als voorbeeld hebben gediend.”
Musea op het Internet. De afbeeldingen in Rusland hadden een uitstekende kwaliteit, in Parijs kon je al virtueel rondwandelen dankzij de vele panoramafilmpjes. Het Rijksmuseum wilde zich daar graag aan meten. Ook na sluitingstijd kun je er nu rondlopen, zij het op virtuele wijze. “Ongestoord kun je in je eentje door de zalen zwerven en af en toe halthouden bij een favoriete sculptuur of een mooi schilderij”, schreef NRC Handelsblad. Maar er is ook een voorbehoud: “Kijken naar reproducties van kunstwerken op internet is natuurlijk niet te vergelijken met de sensatie van echte olieverf op een eeuwenoud doek of paneel.”
De honderdvijftig museumzalen, verdeeld over drie verdiepingen, zijn te bezoeken door middel van zogenaamde QTVR-filmpjes. Kies op de plattegrond voor een bepaalde zaal. “Door de muis van de computer te bewegen, kun je een pirouette van 360 graden maken en de hele zaal overzien. Dit zijn zogenaamde QTVR-filmpjes. Je kunt een paar stappen naar voren doen door op de kunstwerken in te zoomen. En met één klik op een beeld of schilderij verschijnt onmiddellijk een grote hoeveelheid achtergrondinformatie op het scherm.”
Het is fantastisch allemaal. De nieuwe website kostte drie ton, maar dan heb je ook wat. Met 6.000 pagina’s tekst, 1.250 beschreven collectiestukken, 4.000 illustraties, 150 QTVR-filmpjes, een bibliotheek met 250.000 titels en een virtuele winkel met honderd artikelen is de website van het Rijksmuseum anno 2000 een van de grootste museumsites ter wereld. Lees overigens ook even dit bericht over de nieuwe website, twee decennia later!
Nog even verder, want het is toch wel grappig om te zien hoe er destijds werd gedacht over het internet en we komen er ook nog wel een keer op terug op de pagina Verhalen. Ook de meeste andere Nederlandse musea hadden in 2000 de voordelen van het internet ontdekt, al waren hun websites vergeleken bij het spektakel van het Rijksmuseum vaak niet meer dan veredelde folderteksten met wat plaatjes. De beste manier om al die museumsites te overzien, was door een bezoek te brengen aan de Museumserver. Daar vond je links naar de websites van een kleine driehonderd Nederlandse musea. Bovendien bood de Museumserver allerlei aardigheden, zoals een discussiepagina, enkele virtuele exposities en een maandelijkse museumkrant.
Aanvankelijk waren veel musea beducht voor de mogelijkheden van internet. Ze vreesden dat bezoekers na het zien van de collectie op internet geen kaartje voor het museum meer wilden kopen. Maar inmiddels bleek dat de meeste mensen, en dan met name scholieren en toeristen, het internet als een oriënterend medium gebruikten.
Of de op deze dag geopende digitale biechtstoel ook zo’n succes werd, is ons niet bekend.
Welke sites Nederlanders het meest bezochten in 2000? (bron)
- Startpagina
- Ilse
- Omroep.nl
- Altavista
- Msn
- Planet
- Webwereld
- Vindex
- Teletekst
- NS