door Perry Vermeulen
Een nieuw millennium. Sommige mensen fantaseerden er al jaren over, anderen vonden alle aandacht ervoor behoorlijk overtrokken. Het is maar een getal, so what? We gingen van 1999 naar 2000 in de nacht van vrijdag op zaterdag en daarna zou het leven weer gewoon doorgaan, met een file op maandagochtend en daarna de verdere beslommeringen van het dagelijkse leven. Tenzij de millenniumbug écht catastrofaal zou blijken, maar waren er echt mensen die hier bang voor waren? “Vertrouw het niet”, riep opiniepeiler Maurice de Hond op tv. “Ga water halen, sla voorraden in!” Men sloeg het advies in de wind. Er heerste vooral een ongekende vrolijkheid, vertrouwen, optimisme. In de laatste dagen van 1999 werd een recordaantal flessen champagne verkocht. Het woord HAPPY verscheen bij muziekzender TMF drie keer groot in beeld, in de eerste seconde van het nieuwe millennium. En blij waren we.
Er is geen flikker aan, zei Youp van ’t Hek in de oudejaarsconference van 1999. “Ik heb het vanochtend al gezien in Tokyo en in Indonesië. Daar is het nu al half zes ’s ochtends, daar hebben ze het hele gezeik al gehad. Iedereen ging lam naar huis.”
Premier Wim Kok (60) had er wel veel zin in, zei hij in de nazomer van 1999. “Absoluut. Ik kan mijn ongeduld niet bedwingen om eraan te beginnen. Een gevoel van nieuwe energie maakt zich van je meester. Je kunt natuurlijk zeggen: 1 januari 2000 zal niet anders zijn dan 1 januari 1999. Maar het jaar 2000 geeft een kick, nodigt uit tot een frisse start. Het is een moment waarop we tegen elkaar kunnen zeggen: we gaan versnelling aanbrengen in het werk dat ons te doen staat.” In de jaren negentig maakten we ongekende economische en sociale sprongen onder zijn bewind. “Nederland is af”, grapte Youp van ’t Hek. “We zijn klaar, het is één groot feest. We sluiten vanavond geen gouden eeuw af, we sluiten een platina eeuw af. We kunnen het financieel niet meer aan, het gaat fantastisch. Ik denk dat vanavond niemand thuis oudjaar viert, iedereen is op vakantie. Geweldig is het. We hebben nu bij ons in Amsterdam zelfs een dierenpsychiater. Echt waar. Nederland is af.” Wim Kok: “Nederland nog lang niet klaar, maar zijn we er wel klaar voor.”
Vertrouwen in de toekomst, schreef ook De Telegraaf op haar laatste voorpagina van 1999. In de speciale krant die gratis huis-aan-huis werd bezorgd in het hele land, wemelde het van de fijne perspectieven. Het werkloosheidspercentage was ongekend laag, voor het eerst in vijfentwintig jaar kende de schatkist geen tekorten, nooit eerder ging het de burgers volgens het dagblad zo goed. Kroonprins Willem-Alexander (33) keek uit naar de ontwikkelingen van het internet en de informatie- en communicatietechnologie, ook een retourtje in de ruimte zou hij nog graag mee willen maken. Leren wordt leuk, denken scholieren, met thuiswerkstations en een docent die via de computer iedereen controleert. Toponderzoekers schetsen een revolutie in hersenonderzoek, waarbij Parkinson, depressie en schizofrenie binnen twintig jaar te genezen zijn. Robots hebben de toekomst, ouderen zullen op hun wenken bediend worden, geluksbeleving zal overal centraal komen te staan, auto’s zullen mooier, sneller en slimmer worden met het internet als een gigantische showroom. Vrouwen zullen massaal door het glazen plafond knallen in de nieuwe eeuw. En, niet onbelangrijk: als Oranje gewoon op z’n Nederlands gaat spelen, zijn we volgens Johan Cruijff ook nog eens de grootste kanshebber voor winst op het EK 2000.
Een jaarwisseling als alle anderen, dacht het deel dat minder enthousiast bezig was met het jaar 2000. En toch, terugkijkend, was er een duidelijk kantelpunt rond de intrede van die nieuwe eeuw. Diverse media kondigden het ook al aan op de laatste dag van de oude eeuw, op vrijdag 31 december. “Overvloed en welbehagen op de ruïnes”, luidde de titel van een column van Henk Hofland in NRC Handelsblad die dag. Hij schetste een ongekende en beangstigende welvaart met een onaangename consumentencultuur: het geweldige schransen. Tien jaar eerder hadden we het niet voor mogelijk gehouden. “Iedere december overtrof de vorige. Kerstbomen in iedere kamer, recordslachting van kalkoenen, duurdere wijn, meer nóg zwaarder vuurwerk, elektronica niet aan te slepen, overwerkt kassapersoneel, en dit jaar voor het eerst de internet-warenhuizen, Amazon, Yahoo in Amerika, de voorlopers van de burchten die in de volgende eeuw het leven op aarde zullen beheersen. Nog nooit in de geschiedenis van de beschaving heeft een zo groot deel van de wereldbevolking zo diep in het vette der aarde gestaan. Het valt de gemiddelde westerling aan te zien. Was het mogelijk geweest dat hij zichzelf in 1990 had gezien in zijn gedaante van nu, dan had hij zich voor een lachspiegel gewaand, een spiegel die hem/haar vooral in de breedte had uitgebreid.” Welke mens uit deze eindeloze vergroting van welvaart tenslotte tevoorschijn zou komen, durfde Hofland niet te vermoeden. Maar hij zou zwaar zijn en te veel bezitten.
“De nieuwe eeuw wordt hard en kil”, schreef De Telegraaf ook in die verder zo jubelende millenniumkrant. De meeste Nederlanders zullen in de komende eeuw minder gelukkig worden, bleek uit een enquête, en de situatie in het land zal verslechteren. Het individualisme zal hoogtij gaan vieren, de bereidheid om elkaar te helpen zal verder afnemen. “Onze zorgzame samenleving is aan verval onderhevig.” In hetzelfde artikel keek men met weemoed terug, toen al. Het jaar 1999 was misschien wel het beste jaar uit onze geschiedenis. Vergeten waren even de bezorgdheid over het onderwijs, over wachtlijsten en werkdruk in de zorg, over een stijging van het aantal slachtoffers van gewelddelicten, de algehele normvervaging die werd ervaren, de groeipijnen van de multiculturele samenleving en ga nog maar even door. Publicist Pim Fortuyn schreef er boeken vol mee gedurende de jaren negentig.
De economieën van het Westen groeiden ongekend hard, in de jaren negentig kon het niet op. Het hogere niveau van welvaart werd door veel mensen toegekend aan de digitale revolutie: de globalisering, de wereldwijde verspreiding van de computer en de komst van het internet. Een nieuwe fase, een revolutie gelijkwaardig aan de Industriële Revolutie, een omwenteling even grensverleggend als de uitvinding van de boekdrukkunst. Hofland wees in NRC Handelsblad op de gevolgen van zo’n bloeiperiode. “Door hebzucht verblind, zullen mensen altijd weer met volle vaart in dezelfde val rennen. John Kenneth Galbraith heeft het beschreven in zijn A Short History of Financial Euphoria. Van de Hollandse `Tulpomania’ tot de dag van vandaag, telkens opnieuw, is optimisme veranderd in overmoed en die weer in de roekeloosheid van de speculatierazernij. En toen barstte de zeepbel, onvermijdelijk kwam de krach, in 1929 gevolgd door de Depressie. Hoe het de volgende keer zal gebeuren, of op de volgende krach een depressie zal volgen, weten we niet. Maar dát er weer een krach komt staat als een paal boven water. Want de mensen zijn nu eenmaal hardleers. Telkens opnieuw zullen ze zich laten meeslepen door hun hebzucht. Dat is niet de klacht van een moralist, maar de constatering van een empiricus.” Naderde een klassieke afgrond op de drempel van het nieuwe millennium? We wisten het nog niet op die laatste dag van 1999.
De angst voor individualisering is wat ongelukkig, schreef Hofland verder in zijn verhaal. “In werkelijkheid is de uniformiteit misschien nog nooit zo groot geweest. Men laat zich vrijwillig disciplineren door mode, rage, hype, reclame, gedrag van beroemdheden, bedenksels van smaakmakers, politieke programma’s geschreven door copywriters, desnoods de waan van de dag, de eeuwig stijgende koersen. Wat individualisering wordt genoemd, is in werkelijkheid een collectivisering, niet volgens een bepaald politiek programma of een filosofie, maar in laatste aanleg voorgeschreven door het dagelijks wisselend beeld van de vrije markt. Daarmee is voorlopig de afbraak van deze vorm van maatschappelijke continuïteit voltooid.” Een samenleving in verval, legde de in 2016 overleden essayist uit. “Bij het begin van de nieuwe eeuw laten we een verschroeide aarde achter ons, een uitgestrektheid bezaaid met de ruïnes en bouwvallen van onze instituten, organisaties, publieke bedrijven, tot achter de horizon.” Waarna hij gelukkig ook positief uiteenzette dat internationale gemeenschappen als de NAVO en Brussel groeiden en dat er kansen waren, onder meer in het betrekken van delen van de wereld die nog niet deelden in de Westerse weelde.
Wim Kok in 1999: “We zullen de komende tien, vijftien jaar nog veel sterker gaan merken dat er feitelijk geen grenzen meer zijn. Dat wordt de grote uitdaging van de volgende eeuw. We zullen ons in alle opzichten ontwikkelen tot wereldburgers. Maar ook zullen we de eigenheid van onze samenleving, van onze Nederlandse identiteit en de daarmee verbonden waarden en normen blijven koesteren. Wij Nederlanders moeten middenin de wereld staan en tegelijk niet veronachtzamen dat we in dit land veel met elkaar willen blíjven hebben. Dichtbij en ver weg worden steeds belangrijker: dat zijn de polen waartussen we ons zullen bewegen.”
Het begon allemaal grandioos, schreef Geert Mak in 2019 in Grote Verwachtingen, zijn terugblik op de eerste twee decennia van de nieuwe eeuw. Als een groot triomffeest, zo was de stap over de drempel naar het jaar 2000. En alles ging nóg beter worden – er begon een totaal nieuwe tijd.
Het jaar 2000 begon met vuurwerk, toen bij dat woord alleen nog maar positieve associaties hoorden, vijf maanden voor de ramp in Enschede. Na de explosies in de woonwijk daarna bleven de weinig vrolijke gebeurtenissen zich opstapelen in wat we terugkijkend op zijn minst een chaotische periode mogen noemen. Discussies rond de invoering van de euro, de aanslagen op de Twin Towers en de oorlogen die volgden, de polarisatie in Nederland na de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh, terrorisme in Europa, de bankencrisis, de verslechterde verhoudingen tussen het Westen en Rusland, vluchtelingenstromen, Europese markten aan de rand van de financiële afgrond, alles dat de verkiezing van Donald Trump teweegbracht. De florerende, zorgeloze jaren negentig liggen mijlenver achter ons, vooral gevoelsmatig – al hebben er tussen alle genoemde nare en impactvolle gebeurtenissen natuurlijk ook heel veel vrolijke momenten plaatsgevonden in de afgelopen vijfentwintig jaar. Maar de dynamiek van de jaren negentig, het decennium van de vrijheid en vooruitgang, was echt anders. Het jaar 2000 was écht een kantelpunt.