De commissie-Van Kemenade kwam op donderdag 27 januari 2000 met een eindrapport over de behandeling van Joden in Nederland na de Tweede Wereldoorlog. Belangrijkste conclusie: bij de teruggave van geroofd Joods bezit is de Nederlandse overheid tekortgeschoten en daarom was een financiële tegemoetkoming van 250 miljoen gulden redelijk. Het onderzoek naar de roof van Joodse bezittingen en het naoorlogse rechtsherstel duurde drie jaar.
Premier Wim Kok had, vooruitlopend op de presentatie, een dag eerder al de kille ontvangst en het gebrek aan begrip betreurd die overlevenden van de concentratiekampen in Nederland ten deel waren gevallen. Hij deed dit op een symposium over de holocaust in Stockholm. Het woord excuses wilde hij nog niet in de mond nemen, maar op 28 januari ging hij overstag onder grote maatschappelijke en politieke druk. Hij sprak namens de regering openlijk spijt uit voor de bureaucratische en formalistische opvang na de Tweede Wereldoorlog. Bij deze excuses zou het niet blijven. Een kabinetsdelegatie sprak weken later ook met vertegenwoordigers van zigeuners en Indische Nederlanders. Ook deze groepen kregen erkenning voor het leed dat hun in en na de oorlog was aangedaan.
Op 21 maart 2000 maakte het kabinet bekend het voorgestelde compensatiebedrag te laag te vinden. De Joodse gemeenschap zou uiteindelijk van de staat 400 miljoen gulden ontvangen. Daarnaast werd de Indische gemeenschap 250 en de zigeuners 30 miljoen gulden in het vooruitzicht gesteld. De zigeuners waren al tevreden met de erkenning van het hun aangedane leed, de Indische Nederlanders waren teleurgesteld over de hoogte van het compensatiebedrag.
Een taxioorlog in de hoofdstad, een prijzenoorlog in de Nederlandse supermarkten. C1000 begon toen deze supermarktketen de prijzen van vijfhonderd A-merkartikelen verlaagde. Super de Boer trachtte daarop extra klanten te trekken door de prijs van een liter melk terug te brengen tot 99 cent. Albert Heijn kwam daaroverheen met anderhalve liter melk voor 1,39 gulden. Edah en opnieuw Albert Heijn kondigden daarna aan ook een reeks A-merken in prijs te verlagen. Op de prijzenoorlog kwam van verschillende kanten kritiek. Zo sprak de Stichting Natuur en Milieu de vrees uit dat lagere consumentenprijzen van melk een negatieve invloed zouden hebben op de investeringen van boeren in milieumaatregelen.
Geert Horstmann, de korpschef van Flevoland, was in het nieuws. Hij vond dat politieagenten de mogelijkheid moesten krijgen om hoofddoekjes, keppeltjes en tulbanden te dragen in de korpskleuren.
De jaarlijkse State of the Union in de Verenigde Staten. President Clinton ontvouwde zijn plannen voor het laatste jaar van zijn presidentschap. President Clinton was vastbesloten om zijn laatste jaar in het Witte Huis niet vleugellam uit te zitten. Dat bleek uit de ambitieuze lijst voorstellen die hij presenteerde aan beide huizen van het Congres. Clinton sprak met trots over de welvaart die Amerika heeft bereikt. De toestand van de natie noemde hij sterker dan hij ooit is geweest. “Amerika heeft weer genoeg zelfvertrouwen om grote dromen te dromen.”
Door de sterke economie en het begrotingsoverschot waren allerlei politieke plannen die voorheen te duur waren, nu opeens mogelijk geworden. Met een productief laatste jaar hoopte Clinton zijn reputatie, die zo beschadigd was door de impeachmentprocedure na de affaire-Lewinsky, weer wat op te poetsen.
Foto: T.W. van Urk/Shutterstock